De zevendelige serie Techniek in Nederland in de Twintigste eeuw (TIN-20) vervolgt het spoor dat door de succesvolle serie Geschiedenis van de Techniek in Nederland 1800-1890 (TIN-19) is uitgezet.

Nieuwe ontwikkelingen binnen waterstaat, landbouw, stad, transport, massamedia en medische techniek worden beschreven en binnen hun sociale context geplaatst. Opnieuw staat de wisselwerking tussen techniek en maatschappij centraal, maar dan in een geheel nieuw perspectief. Techniek schiep voor ons allemaal nieuwe kansen en mogelijkheden, maar zij verstoorde ook maatschappelijke processen en natuurlijke evenwichten. Deze serie maakt de balans op van de modernisering.

Boekenserie Techniek in Nederland 20e eeuw

TIN-20 bestaat uit veertien thematische onderzoeksclusters waarin grote technische systemen centraal staan. De onderzoeksresultaten zijn gebundeld in zeven boeken die in de periode 1998 tot en met 2002 zijn verschenen.

INDUSTRIALISERING IN DE 20e EEUW

Verworvenheden van de vorige eeuw

De twintigste eeuw bracht ons neonlicht, antibiotica, de computer en kernenergie. Naarmate deze eeuw voortschreed, drong de techniek steeds verder door in onze samenleving. In deze eeuw maakten basistechnologieën zoals petrochemie, elektriciteit en telefonie een enorme productiviteitsgroei mogelijk. Industrialisering deed het grootbedrijf ontstaan, dat op zijn beurt een nieuwe vorm van management vereiste. De kantoorsector bevond zich al in de jaren dertig in zo’n vergevorderde staat van mechanisering,

dat die de basis vormde voor de latere computerrevolutie. Maar nu, aan het begin van de eenentwintigste eeuw, lijkt het alsof wij te vroeg hebben gejuicht: grote ingrepen blijken nodig om de schade aan de natuur op te vangen, die vorige generaties hebben aangericht. Kijken wij terug op de verworvenheden van de vorige eeuw, dan constateren we een spectaculaire omslag in ons denken over techniek. Niet langer geldt: kunnen wij wat wij willen, maar: willen wij wat wij kunnen?

REDACTIE EN LEDEN

Hoofdredactie: prof.dr. J.W. Schot (programmaleider), prof.dr.ir. H.W. Lintsen (voorzitter), prof.dr. A. Rip (vicevoorzitter), dr.A.A. Albert de la Bruhèze (secretaris).

dr. E.M.L. Bervoets (Bouw), dr. J. Bieleman (Landbouw), dr.ir. A.J. Bogers (Coördinator technische meelezers), dr. M. Davids (Industriële Productie), dr. C. Disco (Waterstaat en

Stad), dr.ir. J.C.M. van den Ende (Kantoor en informatietechnologie), drs. B.P.A. Gales (Delfstoffen), dr. E. Homburg (Chemie), prof.dr. E.S. Houwaart (Medische Techniek), dr. J.W.A. Korsten, dr. R. Oldenziel (Huishouden), dr. A.H. van Otterloo (Voeding), prof.dr. J.W. Schot (Transport), dr.ir. G.P.J. Verbong (Energie), dr. O. de Wit (Communicatie).