De ontwikkeling van wetenschappelijke en technologische kennis – en de valorisatie ervan in innovaties – zijn cruciaal voor een succesvolle aanpak van maatschappelijke uitdagingen. Kennis- en innovatietrajecten zijn niet lineair, maar zijn grillige processen van versnelling en vertraging, van mislukkingen en obstakels, van plotselinge doorbraken en toeval, van botsende belangen en onverwachte (neven)effecten.

In Nederland is sinds eind negentiende eeuw een moderne kennis- en kennisvalorisatie-infrastructuur tot stand gekomen van publieke onderzoeksinstellingen, agrarische-, waterbouwkundige-, en industriële laboratoria voor Research en Development (R&D), intermediaire organisaties voor kennisoverdracht en -uitwisseling, en netwerkorganisaties die kennisontwikkeling en innovaties faciliteren, organiseren en stimuleren. SHT onderzoekt de rol en ontwikkeling van organisaties en actoren in de kennisinfrastructuur, de (co-)creatie van kennis en het verloop van innovatieprocessen in hun onderlinge relatie, in een brede sociaal-maatschappelijke context en in een langetermijnperspectief.

DE UITDAGING

Kennis en innovatie voor een duurzame en welvarende samenleving

“Gezamenlijke inzet van verschillende sectoren op het gebied van wetenschap, toegepast onderzoek en innovatie is essentieel om antwoorden te vinden op de wereldwijde maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan,“ aldus staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Tweede Kamer uit oktober 2019. Die overheid zet in op een missie-gedreven topsectoren- en innovatiebeleid voor de thema’s Energietransitie en Duurzaamheid; Landbouw, Water en Voedsel; Gezondheid en Zorg; en Veiligheid. Op basis van een Kennis- en Innovatieagenda werken kennisinstellingen, overheden, brancheverenigingen en maatschappelijke organisaties samen om de gestelde doelen te bereiken.

Kennis, innovatie, coördinatie en samenwerking worden een centrale rol

toegedicht bij de aanpak van grote maatschappelijke uitdagingen.

Is de voorgestelde werkwijze binnen de Nederlandse context een haalbare kaart? Wat zijn de sterktes en zwakte van de Nederlandse innovatiecultuur? Waar liggen kansen en valkuilen? Antwoorden op dergelijke vragen kunnen we vinden in een grondige analyse van de Nederlandse kennis- en innovatie-infrastructuur en de keuzes die daar de afgelopen eeuw zijn gemaakt.

SHT analyseert de ontwikkeling van de Nederlandse kennis- en innovatie-infrastructuur voor verschillende domeinen. Welke rol spelen en speelden de verschillende actoren – ondernemers, overheid, kennisinstellingen, consumenten en maatschappelijke organisaties? Hoe zijn de rollen veranderd en waardoor zijn verschuivingen te verklaren?

DE ACHTERGROND

Innovatie en de opbouw van een moderne kennis(valorisatie)infrastructuur

Vanaf eind negentiende eeuw worden kennis en innovatie als onlosmakelijke componenten van vernieuwing, concurrentiekracht en economische welvaart gezien. Het leidde tot talloze initiatieven om kennisontwikkeling en innovaties te faciliteren en te stimuleren. Ten behoeve van de agrarische sector richtte de overheid Rijks land- en tuinbouwscholen en experimenteerstations op. Grote bedrijven stichtten eigen R&D bedrijfslaboratoria. De Rijksnijverheidsdienst deed toegepast onderzoek voor de kleine nijverheid en industrie, en gaf gerichte adviezen om het midden- en kleinbedrijf concurrerend te houden en tot innovatie aan te zetten. Brancheverenigingen organiseerden cursussen en hielden bakkers, drukkerijen, elektrotechnische bedrijven, etc. op de hoogten van de (internationale) ontwikkelingen in hun sector. De op- en uitbouw van de Nederlandse kennis- en innovatie-infrastructuur ging na de oorlog in

snel tempo door. Het onderzoek-voorlichting-onderwijs (ovo)-drieluik in de landbouw is model gaan staan voor een succesvol kennis- en innovatiemodel in een specifieke sector.

De rijksoverheid reflecteerde continu op zijn rol, wat resulteerde in de oprichting, reorganisatie (en soms opheffing) van organisaties als de Rijksnijverheidsdienst, TNO, het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (EIM), en het Ondernemersplein, maar ook in de Innovatienota (1979), het Topsectorenbeleid, en tal van subsidieregelingen.

De rol van industriële laboratoria veranderde. Bedrijfslaboratoria verlegden in de loop der jaren herhaaldelijk hun koers, richten zich meer op toegepast, productgericht onderzoek en lieten fundamenteel onderzoek meer en meer over aan universiteiten en andere kennisinstellingen.

HET ONDERZOEK

Oude en nieuwe pijlers onder kennisontwikkeling en innovatie

SHT onderzoekt de opbouw en ontwikkeling van de Nederlandse kennisinfrastructuur, de (veranderende) rol van overheden, bedrijven, intermediaire, maatschappelijke, consumenten- en patiëntenorganisaties. Ze bestudeert de co-creatie van kennis en de achtergronden van succesvolle én mislukte innovaties. Ze levert daarmee een kennisfundament voor het creëren van de randvoorwaarden voor een kennis- en innovatie-infrastructuur van de toekomst. Een infrastructuur die niet louter de twintigste-eeuwse dominante economische doelstellingen als concurrentiekracht en economische welvaart moet dienen, maar tevens gericht moet zijn op duurzaamheid,

circulariteit en inclusiviteit. Welke aanpassingen vraagt dat aan de bestaande infrastructuur? Welke rol moeten, kunnen en willen de diverse actorgroepen spelen? Wat is de rol van netwerken, intermediairs en coalities? Van octrooien en open source?

Kortom, hoe kunnen we, lerend van het functioneren van een kennis(valorisatie)infrastructuur die toegerust was op de aanpak van uitdagingen uit het verleden, bouwen aan een infrastructuur voor de grote maatschappelijke uitdagingen van nu en de nabije toekomst.

Projecten en publicaties:

 

  • Mila Davids, Harry Lintsen en Arjan van Rooij, Innovatie en Kennisinfrastructuur. Vele wegen naar vernieuwing.
  • Eric Berkers, Mila Davids en Sue-Yen Tjong Tjin Tai, Een eeuw ijveren voor ‘de kleine nijveren’. Een verkennend essay over innovaties in het MKB en de rol van de overheid en intermediaire organisaties in de twintigste eeuw.
  • 80 jaar TNO.
  • Sue-Yen Tjong Tjin Tai, Connecting Small Firms for Innovation. Roles of Trade Associations and the Dutch Rijksnijverheidsdienst 1900-1940.
  • Gedreven door nieuwsgierigheid. Een selectie uit 50 jaar TU/e-onderzoek.
  • Eric Berkers e.a., De aarde gedeeld en verbeeld, berekend en getekend.
  • Nil Disco, 60 years of ITC. The International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation.
  • Eric Berkers, Een geschiedenis van het Nederlands Elektronica en Radio Genootschap (NERG)
  • Arjan van Rooij, The Company that changed itself. R&D and the transformatons of DSM
  • URDV cahiers
Projecten